Opaal

Opaal heeft dezelfde chemische samenstelling als kwarts maar bevat tot dertien procent water. Waarschijnlijk is zijn naam afgeleid van het Sanskriet woord voor waardevolle steen, 'upala'.

De meeste opaal is meer dan zestig miljoen jaar oud en gaat over het algemeen terug tot de Krijttijd toen dinosaurussen nog de aarde bevolkten. Opvallend is zijn rijk kleurenspel doordat hij het licht op verschillende golflengten breekt. Fel licht en hitte kunnen de steen uitdrogen en barstjes veroorzaken. Om het watergehalte in de steen op peil te houden kan men hem best regelmatig inolieën. Vermijd tevens agressieve kuisproducten. De Romeinen beschouwden hem als de steen van geluk en voorspoed en gebruikten hem als een machtig hulpmiddel bij voorspellingen. In de middeleeuwen geloofde men dat opaal het zicht verbeterde. Queen Victoria hield erg veel van opalen en gaf ze vaak als huwelijksgeschenk. Zij en haar dochters zorgden voor een ware trend van opaal in juwelen. Opaal zou helpen bij het genezen van oogziektes en zou de creativiteit van de drager stimuleren.De meeste opaal komt uit Australië alsook uit Mexico en de V.S