Het Romeinse Rijk evolueerde in tweeduizend jaar van een kleine enclave bij Rome tot een grootmacht in het Middellandse Zeegebied. Het strekte zich rond 100 v.Chr. uit van Armenië en Assyrië in het Oosten tot Groot-Brittannië in het Westen en Egypte en
Mauritanië in het Zuiden. De Romeinse periode is één van de belangrijkste periodes voor oude glaskralen. Met Romeins Glas wordt bedoeld het glas dat gemaakt werd van 100 v. Chr. tot 1453 na Chr. binnen de grenzen van het Romeinse Rijk in “glasfabrieken” in Syrië, Egypte, Italië, Zwitserland, het Rijngebied, Frankrijk en Engeland. Overal waar de Romeinen kwamen brachten ze glas mee om handel te drijven. Men vindt Romeins glas terug in Scandinavië, China, Mali, Ethiopië… Onder de Romeinen werd glas een massaproduct: relatief goedkoop (de grondstof is goedkoop), niet langer meer voorbehouden aan de elite, iedereen kon zich nu glaskralen veroorloven.